Soms word ik wakker met zomaar een kinderversje.
Wat heerlijk om zo te mogen schrijven.
Elke het kersenelfje
er was eens een pluisje
dat vloog hoog door de lucht
waar moet ik heen
vroeg ze zich af met een zucht
de wind die zei
ik weet wel een plekje
kijk maar daar beneden
ja daar bij dat hekje
de wind begon te waaien
en het pluisje dwarrelde rond
en viel toen pardoes
naast het hekje op de grond
na een klein poosje
begon ze te groeien
en vroeg in de zomer
ging er een geel bloemetje bloeien
toen het bloeien voorbij was
kwam er opnieuw weer een pluisje
maar gelukkig voor het bloemetje
kwam er een heel lief klein muisje
die zei ik zal voor je blazen
ga hoog vliegen ‘t hoeft niet vlug
en kom dan volgende zomer
als een bloemetje terug
Onno plukt de zon
mama kijk eens naar de lucht
wat een wolken zeg
ik ben net zoals de wind
en blaas ze allemaal weg
zie nu komt de zon tevoorschijn
ik zou de zon wel willen plukken
ik denk eens even na
hoe me dat gaat lukken
ik ben een grote jongen
ik kan wel op een ladder staan
dan klim ik tot de hoogste tree
en dan zal het vast en zeker gaan
kijk dan mama naar de zon
de zon is zo mooi goud en geel
maar hij is te warm om vast te houden
de zon heeft helemaal geen steel
ik had hem aan je willen geven
voor op de donkere dagen
dan word je warm en blij en vrolijk
en hoef je nooit meer om mooi weer te vragen
ik zou hem in een vaasje doen
en dan geef ik dat aan jou
dan zou hij altijd voor je schijnen
zo zeg ik dat ik van je hou
ach zegt mama wat reuze lief
dat idee staat me wel aan
maar lieve Onno de zon willen plukken
dat zal toch echt niet gaan
je mag me wel een bloempje geven
dat vind ik ook heel fijn
in alle bloemen woont een beetje zon
zo kan hij toch nog bij me zijn
dan ga ik voor jou een bloempje plukken
kijk deze hier is mooi goud en geel
zoveel blaadjes als de zonnestralen
ja het zijn er echt heel veel
hier lieve mama speciaal voor jou
jij bent zo lief voor mij
nu kun je van de zon genieten
dat maakt me heel erg blij
dankjewel zegt mama
ik zal haar in een vaasje doen
nu heb ik het zonnetje in huis
lieve Onno je krijgt van mij een dikke zoen
Het molletje
er was eens een klein molletje en hij heette Siep
hij groef gangen onder de aarde ja heel erg diep
en weet je hij woonde daar ook ver onder de grond
maar wat zo fijn was hij kreeg nooit zand in zijn mond
maar Siep kun je wel kijken hoe is dan je zicht ?
want je hebt daar beneden vast je oogjes wel dicht
ach zo zei Siep als ik in de aarde ga woelen
hoef ik niets te zien want ik kan heel goed voelen
en hoe gaat het dan met je oren ?
valt er daar beneden ook wel iets moois te horen ?
oh ja zei Siep ik loop heel voorzichtig stap voor stap
want dan hoor ik de wormpjes trippeldetrap
en zo diep in de aarde heb jij het niet koud ?
hoe kun je dan ademen heb je ‘t dan niet benauwd ?
Siep zei ‘t is warm genoeg hoor en voor lucht neem ik een loopje
kijk maar eens in je tuin dan zie je mijn hoopje
het is echt heel erg leuk hier echt wel heel fijn
ik ben erg tevreden om een mol te zijn
en zie je nou zo’n hoopje bij jou in het gras
dan weet je wel bijna zeker dat het Siep ‘t molletje was
Dino de draak
in een heel ver land
woonde eens een draak
ik heet Dino en ik ben sterk
ja dat zei hij vaak
op een dag ging hij uit vliegen
door de lucht hoog over het land
hoorde hij daar iemand roepen
was er soms iets aan de hand?
Dino vloog wat naar beneden
en keek eens heel goed rond
daar heel ver in de diepte
lag een klein jongetje op de grond
help help ik ben gevallen
in een hele diepe sloot
ik kan er zelf niet uitklimmen
want ik ben niet zo groot
in de sloot lag kleine Tom
met dikke tranen op zijn wang
ik weet niet wat ik moet doen zei hij
ik ben best een beetje bang
ik speelde dat ik kon vliegen
dat wilde ik zo graag
maar toen ik wilde springen
viel ik weer omlaag
Dino zei wat een pech nou jongen
zoiets heb jij toch niet verdiend
ik kom je helpen hoor
rustig maar mijn lieve vriend
ik zwiep je met mijn lange staart
hoepla op mijn rug
en dan vlieg ik je naar huis
naar je papa en mama terug
zo gezegd zo gedaan
kijk daar gaan ze door de lucht
oohh nu kan ik toch nog vliegen
riep kleine Tom met een diepe zucht
lachend zat hij op de rug van Dino
weer op weg naar huis
en iedereen was reuzeblij
kleine Tom was veilig thuis
dankjewel zeiden papa en mama
Dino wat ben jij lief en sterk
jij hebt onze kleine Tom gered
en dat is heel mooi werk
Jarig
er was eens een koe
die stond in de wei
ze riep van hoera
vandaag ben ik blij
wat is er aan de hand
zo vroeg de kip
waarom weet ik van niks
en ze keek heel erg sip
weet je het dan niet
piepte de muis
. . . die is jarig
‘t wordt feest daar in huis
miauw zei de poes
dan moet ik gaan lopen
om bij de winkel
balonnen te kopen
en s s s slingers
siste de slang
met veel mooie kleuren
dat is ook van belang
knorrebor knorde ‘t varken
laten we niet vergeten
om goed te zorgen
voor heel lekker eten
woef blafte de hond
ik bak wel een taart
met allemaal kaarsjes
en hij kwispelde met zijn staart
ik zorg voor een cadeautje
zei de kleine mier
met linten en een strik
in een heel mooi papier
dan is alles in orde
kukelekuu zei de haan
het feest kan beginnen
we hebben alles gedaan
hiep hiep hoera
riepen ze toen
een hele leuke dag
met een knuffel en een zoen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten